Als je naar de lucht kijkt, zijn ze bijna altijd wel aanwezig. Wolken. Soms zijn het er zoveel dat wij als Nederlanders de bui al zien hangen. De andere keer is er geen wolkje aan de lucht. Als je dan zo naar boven kijkt, vraag je jezelf dan ook wel eens af hoe een wolk ontstaat? En hoe ze dan zo netjes bij elkaar blijven? Nou wij wel in ieder geval. Het fijne is, we hebben er antwoord op!
Hoe werkt dat nou in zo’n wolk
Om de wolk helemaal uit te pluizen, moeten we beginnen bij het ontstaan ervan. Daarna kunnen we verder kijken naar hoe het dan kan dat deze wolken zo netjes in hun eigen groepje de aarde rondvliegen. Er zit namelijk verschil in welk soort wolk netjes blijft zweven.
Zo ontstaat een wolk
De aarde verwarmt de lucht boven het aardoppervlak en de zon verwarmt de aarde. Doordat het aardoppervlak niet overal hetzelfde is, warmt het ook niet overal evenveel op. Omdat warmere lucht een lagere dichtheid heeft dan koudere lucht, stijgt het sneller als een soort luchtbel op. Deze luchtbellen worden wolken. Hoe hoger deze wolk komt, hoe meer de druk afneemt. De luchtbel begint hierdoor uit te zetten. En dit kost energie. Deze energie wordt onttrokken aan het binnenste van de luchtbel waardoor hij afkoelt.
Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht. Zodra de luchtbel begint te stijgen en af te koelen, raakt deze dus meer en meer verzadigd met waterdamp. Hoe hoger de luchtbel komt, hoe meer waterdamp het bevat. Als deze lucht helemaal verzadigd is en daarna nog wat verder stijgt en afkoelt, condenseert de waterdamp tot druppels en krijg je jawel: een wolk.
Hoe blijven ze dan zo netjes bij elkaar?
Je ziet een hele strakke, blauwe lucht met daar één wolkje. Hoe kan het zo zijn dat alleen dat wolkje daar rondzweeft? Het zijn vooral de stapel- of cumuluswolken die netjes bij elkaar blijven. De grijze lucht en sluierbewolking zijn minder afgebakend. Ook wij zijn nu best benieuwd hoe dit allemaal kan.
Temperatuur is alles
Temperatuur heeft alles te maken met of wij de wolk wel of niet zien. Dit komt doordat er aan de rand van de wolk het een en ander gebeurd. Hier heersen net wat andere omstandigheden, waarin de waterdruppels tot gas verdampen. En die zie je dan niet meer. Een lucht waar dus meerdere wolken te vinden zijn, bestaat uit pilaren van stijgende en dalende lucht door elkaar. Het gebeurd dus dat een wolk stukjes wolk verliest, maar ook weer nieuwe wolk erbij krijgt. De wolk kan volledig verdwijnen, als de hele luchtbel van de wolk daalt en weer een beetje afkoelt.
En hoe zit dat dan bij sluierbewolking?
Bij sluierbewolking zit het net even anders dan bij de normale wolk. Deze ontstaat namelijk aan een front zoals de grens tussen vorst en zachtere lucht. De warme lucht schuift over de koude lucht heen. Hierdoor is de stijging vele malen langzamer dan bij de stapelwolken. Dit gebeurd allemaal veel hoger. In plaats van dat het bestaat uit waterdruppels, bestaat de sluierwolk uit ijs. En deze wolken zijn heel dun, doordat ze zo hoog in de atmosfeer zitten dat er weinig water is.
Zo dan is eindelijk het raadsel van de wolk opgelost!
2 reacties. Reactie plaatsen
Duidelijke uitleg ik had er veel aan om het aan nadere uit teleggen van het ontstaan van een wolk Lisa
Thanks Joost! Het blijven bijzondere natuurverschijnselen