Bij de term kaartlezen denk je misschien aan de avontuurlijke zeevaarders van vroegâh. Maar juist in de outdoors is deze skill erg handig. Want die smartphone en GPS zijn top, maar kunnen je ook in de steek laten. Zoals ik helaas al eens heb ervaren… En dan zijn die kaart en kompas je redding. Daarom trok ik samen met Arctic Adventure de buitenwereld van Bunnik in om die kaartlees skills in een dag aan te leren.
Leren kaartlezen voorkomt een onnodig riskant avontuur
Stond ik dan. Uitgeput middenin het Sierra Nevada gebergte, de weg zoekend terwijl de schemer de dag in sluimerde. Gelukkig kon ik gewoon even m’n GPS app checken. Tenminste, dat dacht ik, want bij het activeren van het scherm viel de telefoon meteen uit. En dan is het leuk en aardig als je een kaart en kompas mee hebt genomen. Maar knap waardeloos als je eigenlijk geen kaart kunt lezen. Een klassieke situatie die heel vervelend af kan lopen. Nou liep hij gelukkig goed af, maar die ervaring was voor mij ook meteen de motivatie om een C1 cursus bij de NKBV te doen.
Tijdens deze cursus werd al aandacht gegeven aan kaartlezen en tochtplanning, al is het natuurlijk beperkt. Daarom dat een workshop kaartlezen van de ervaren expeditieleider Henk-Jan van Arctic Adventure het perfecte vervolg is. Dus zo gezegd, zo gedaan en trokken we dit voorjaar met een groep de natuur in bij Utrecht voor een workshop kaartlezen.
Learning 1: de basics van het kompas
Alvast een spoiler alert: dat kaartlezen is helemaal niet zo lastig. Als je de basics maar kent. En dat begint met de essentials zoals de juiste materialen hebben en leren kennen. Logisch dus dat we daar de dag mee beginnen.
Voor een goede start bezit je de volgende benodigdheden voor kaartlezen:
- Kaart van het gebied
- Kompas
- Pen / potlood
- Eventueel een waterdichte hoes
Qua kompas blijkt dat er meerdere varianten zijn zoals het plaatkompas, peilkompas en spiegelkompas. Elk doet uiteindelijk hetzelfde, al is het plaatkompas basic en bieden de andere twee typen net wat meer functies.
Op het kompas zelf zie je de volgende elementen:
- De naald, waarbij de rode (bijna) altijd naar het noorden wijst
- De kompasroos waarop de graden staan
- Een pijltje of indicator om je kompasroos op af te stellen
En een handigheidje: de bovenkant van een kaart is bijna altijd het noorden.
Learning 2: Je kompas gebruiken en handige handgrepen
Vrij simpel dus. Maar dan nog de vraag hoe je een kompas gebruikt. Zo leren we dat het belangrijk is dat je hem goed horizontaal houdt, zodat de naald goed kan draaien. Let ook op dat het kompas niet vlakbij metaal zit, want dan wijkt je naald af. Vervolgens hou je het kompas voor je in de looprichting bij het bepalen van je koers.
Tijdens de workshop kaartlezen krijgen we ook meer te horen over koers bepalen met behulp van zogenaamde ‘handgrepen’. Zo leren we hier vier manieren voor:
- Een opgegeven koers volgen: hierbij draai je de roos van je kompas tot het gewenste aantal graden bij de richtingpijl op het kompas staat. Vervolgens draai je het kompas tot de noordkant van de naald naar het noorden op de roos wijst en kun je op pad
- ‘Koers schieten’: hierbij bepaal je met het kompas voor je uit de gewenste koers en kies je een ijkpunt of landmark in de verte om op af te gaan
- Een koers op de kaart bepalen: bepaal je positie op de kaart met een kaarthoek en leg het liniaal hiervan tussen je huidige positie en gewenste bestemming. Leg het kompas vervolgens langs de liniaal en draai de roos tot de noordlijnen gelijklopen met de naald en de noordlijnen op de kaart. Bij de richtingspijl lees je nu af in welke koers je wilt aanhouden
- Vanuit kompas naar kaart vertalen: ook kun je de koers met je kompas bepalen en vervolgens met je kaart erbij bepalen hoe die route er dan uitziet. Zo zie je ook meteen de te bewandelen weg op de kaart en eventuele herkenbare punten die je kunt aanhouden
Het verschilt per situatie welke handgreep het handigste is. Maar is je afstand vrij lang? Dan is het koers vertalen vanaf de kaart een betrouwbare manier om je weg te vinden.
Learning 3: handig ezelsbruggetje voor kaartlezen
Ok en dan aan de slag! Maar… Begin je nou eerst de verticale of horizontale coördinaten op de kaart uit te lezen? Daar is een handig ezelsbruggetje voor, namelijk ‘huisje in, trapje op’. Dit betekent dus dat je eerst altijd de horizontale coördinaten uitleest en daarna pas de verticale. Hierbij is een zogenaamde kaarthoek handig om je locatie binnen het coördinatenkwadrant te vinden. De positie van de coördinaten 139 (horizontaal), 453 (verticaal) is tenslotte anders dan 139.280, 453.630.
Met de kaarthoek meet je eenvoudig vanaf linksonder het betreffende kwadrant de exacte locatie uit. Let wel even op dat je de kaarthoek met de juiste schaal pakt. Heb je je punt op de kaart gevonden en wil je de afstand naar een ander punt weten? Dan meet je de afstand tussen de twee punten op de kaart en vertaal je deze met de schaal. Bij een kaart met schaal 1:25.000 is een afstand van 5,5 centimeter 1.375 meter. Een handige richtlijn om te hebben.
Tip: Wijs een locatie op de kaart zo nauwkeurig mogelijk aan. Als je met je vinger iets aanwijst, kan het aanvoelen alsof je heel duidelijk bent, maar kun je zomaar eens honderden meters of zelfs kilometers ernaast zitten. Gebruik daarom bv. een grassprietje om het exacte punt te bepalen
Learning 4: afstand overbruggen
Tijdens de workshop kaartlezen leren we ook verschillende manieren om te bepalen wanneer je de gewenste afstand hebt overbrugd. Zo werken we gedurende de dag met drie verschillende manieren die verrassend goed blijken te werken:
- Met het aantal passen (één pas = twee stappen). Weet je jouw gemiddelde paslengte nog niet? Dit meet je eenvoudig door 2 x 100 meter te wandelen en je gemiddeld aantal passen te tellen
- Schat de benodigde tijd: als je je gemiddelde looptempo weet, kun je dit doorrekenen naar het aantal minuten dat je onderweg bent. Op vlakke ondergrond ligt het gemiddelde tempo van de meeste mensen op 5 kilometer per uur
- Schat je eindpunt in: is het punt niet al te ver weg? Dan kun je natuurlijk ook schatten waar je eindpunt is en hoelang je ongeveer onderweg bent
Ook aan de slag met kaartlezen?
Wij sluiten om 16.00 de dag af na een succesvolle speurtocht waarin we alle geleerde technieken toepassen. En zijn nog een toffe badge rijker ook. Mooi hoeveel je in één dag kunt leren. En een nog mooier vooruitzicht dat verdwalen vanaf nu verleden tijd is natuurlijk 😉
Overigens is een kleine kanttekening nog op zijn plek: de omgeving waarin je navigeert is natuurlijk van invloed op zaken zoals koersbepaling en snelheid. In een vlak landschap wandel je tenslotte net wat sneller dan in de bergen. Ben je van plan de bergen in te trekken? Dan is een workshop kaartlezen een goede voorbereiding. En check ook meteen even ons blog over oriënteren in de bergen. Handig!
1 reactie. Reactie plaatsen
Wat een leuk verslag over de workshop. Dank je wel dat je er bij was!