Waarom is de lucht blauw? Dat is een vraag die we onszelf allemaal wel eens een keer afvragen. In het Woensdag Weetje van deze week geven wij antwoordt op deze vraag.
De lucht
Om te beginnen is het goed om te begrijpen dat zonlicht wit is. Dit witte licht is een mix van alle mogelijk kleuren. Denk hierbij aan rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet etc. In de lucht botst het witte zonlicht tegen deeltjes op. Dit is een mengsel van moleculen. Ca. 20% zuurstofmoleculen, ca. 79% stikstofmoleculen en wat koolzuurmoleculen. Verder zweven er in de lucht ook kleine stofdeeltjes en hele kleine waterdruppeltjes en ijskristallen. Deze kleine deeltjes verspreiden de verschillende kleuren licht naar alle kanten.
Maar waarom blauw?
Op het moment dat het witte licht van de zon de dampkring van de aarde binnendringt, reageert het meteen met de gasmoleculen. Het licht wordt dan door de moleculen verstrooid. Het is te vergelijken met de verstrooiing van licht bij mist. Het lijkt dan alsof het licht niet alleen van de lichtbron komt, maar ook van de waterdruppeltjes in de mist. Hoeveel licht er precies verstrooid wordt, is afhankelijk van de golflengte en de kleur van het licht. Blauw licht heeft een golflengte die ongeveer twee keer zo kort is dan rood licht. Daardoor is de verstrooiing van blauw licht groter dan die van rood licht. Kortom, blauw licht wordt dus het best verstrooid en daarom is de lucht blauw.
Licht zonder verstrooiing
Verder worden groen en geel licht al minder goed verstrooid en gaat rood licht gaat zo goed als rechtdoor de dampkring heen. Daarbij is het witte licht door de verstrooiing een beetje zijn kleur kwijtgeraakt. Het resultaat daarvan is dat de zon geel kleurt. Zodra je de ruimte in gaat zal je dit merken. In het heelal is er geen lucht. Dit betekent dat het licht niet wordt verstrooid en zon wit is en de hemel zwart.
De lucht is blauw omdat…
Dus, het antwoord op de vraag: waarom is de lucht blauw is, omdat blauw licht een kortere golflengte heeft. Hierdoor is dit de kleur die overheerst bij het binnendringen van de dampkring.
