Niemand is geboren met alle vaardigheden en kennis die je nodig hebt om een goed vuur te maken. Toch zijn er heel wat situaties in het wild waarbij het handig is als je snel vuur kan maken. Je wil dan niet onvoorbereid zijn, vooral niet als vuur op dat moment van levensbelang is. Ben jij nog een onervaren vuur stoker? Dan hebben we speciaal voor jou een aantal veelvoorkomende fouten op een rij gezet, zodat jij deze kan overslaan.
1. Het gebruiken van vochtige materialen
Eén van de meest voorkomende fouten bij het maken van vuur vindt al plaats tijdens het zoeken van de brandstof. Iedereen weet dat je hout nodig hebt om vuur te maken, maar welk hout precies en waar je het kan vinden blijkt een lastigere kwestie. Veel onervaren vuurstokers pakken vochtig hout van de grond als stookhout. Nat of vochtig hout gaat moeizaam of zelfs niet branden en dat is niet wat je wilt tijdens het aanmaken van je vuurtje. Om een goed vuur te stoken, heb je dus droog hout of ander droog materiaal nodig. Een aantal voorbeelden hiervan zijn: dode takken, twijgen, knapperige bladeren en bruine dennennaalden. Dit droge materiaal vind je in elke omgeving en is dus perfect om je vuur mee aan te steken.
2. Gebruik maken van rot hout
Ook rot hout is niet ideaal om je vuur mee aan te steken. Schimmel zorgt er namelijk voor dat het hout afbreekt en wanneer dit gebeurt, verliest het zijn brandstofwaarde. Hoe rotter het hout, hoe minder bruikbaar het is. Hierop zijn echter enkele uitzonderingen te maken, omdat een klein aantal materialen juist beter bruikbaar wordt door verrotting. Zo wordt het binnenste van boomschors na een paar maanden van ontbinding juist vezelrijker. Stammen kunnen ook veranderen in punkhout, dat als smeulbrandstof kan worden gebruikt. Helaas worden de meeste materialen alleen maar minder bruikbaar als ze afbreken. Daarom is het verstandig om je brandstapel te beginnen met hout dat nog niet verrot is. Je kan hout testen door het doormidden te breken. Stokken moeten versplinteren als ze breken en niet afbreken in stompe brokken.
3. Het kiezen van de verkeerde ontstekingsmethode
Er zijn veel verschillende hulpmiddelen die je kan gebruiken bij het aansteken van vuur. Van oude methodes zoals wrijvingsvuur tot moderne methodes als staalwol en Firesteels. Elke ontstekingsmethode werkt weer anders. Het is daarom belangrijk om het juiste brandstof te kiezen bij het door jou gekozen hulpmiddel. Een Firesteel kan bijvoorbeeld veel verschillende brandstoffen aansteken, zolang ze pluizig of vezelig zijn. Twijgen zullen waarschijnlijk niet gaan branden door alleen vonken, maar een open vlam kan ze wel doen ontbranden. Vlamvormige ontstekingsbronnen zijn de meest veelzijdige vorm van warmte, maar zelfs deze hebben kwetsbaarheden. Lucifers worden gemakkelijk uitgeblazen in de wind, en butaan aanstekers kunnen hun gas verliezen als de knop wordt ingedrukt in de opslag. Kies dus uiteindelijk voor een ontstekingsmethode die goed samengaat met het brandstof dat je tot je beschikking hebt.
4. Te weinig gebruik van tondel
Tondel is de benaming voor licht ontvlambaar materiaal waarmee je het vuur aansteekt. Tondel is een essentieel onderdeel bij het stoken van vuur. Eén of twee droge bladeren is niet genoeg om een heel vuur mee aan te steken. Bij gewone omstandigheden heb je twee grote handen vol tondelmateriaal nodig als fundering, en een derde handvol aan de zijkant als back-up. Als je in een noodsituatie dringend vuur nodig hebt, raad ik aan om nog extra tondelmateriaal te verzamelen. Materialen zoals: dode kruimelige bladeren, bruine dennennaalden, knapperig dood gras en boomschors kunnen prima als tondelmateriaal dienen. Net zoals bij het hout dat je verzamelt, is het bij je tondel ook van belang dat het droog en niet rot is.
5. Vuur maken met de wind
Gebruik niet te veel lucifers tijdens het aansteken van je vuurtje. Een betere strategie is om je vuurstructuur op één goed gekozen plek aan te steken. Aangezien het vuur door de lucht wordt aangewakkerd, is het handig om je vuur aan te steken aan de kant waar de wind vandaan komt. Hierdoor blaast de wind het vuur in je brandstof, in plaats van naar de open lucht. Daarnaast is het slim om je vuur laag bij de grond aan te steken. Omdat de hitte en de vlammen opstijgen, zullen de vlammen je brandstof direct aansteken. Tot slot wil je de tondel in het bouwwerk aansteken, probeer niet gelijk de stokken aan te steken. De brandende tondel zal uiteindelijk meer stokken en twijgjes aansteken dan een enkele lucifer kan. Laat de tondel zijn werk doen.
6. Ken je spullen
We vinden het allemaal wel eens leuk om een nieuwe gadget mee op pad te nemen. Dit lijkt misschien niet zo erg, maar het kan een riskant plan zijn. Wanneer je je oude, vertrouwde Firesteel, een essentieel hulpmiddel, inruilt voor een nieuwe dan kan je in de problemen komen wanneer de nieuwe gadget onverwachts niet werkt. De risico’s van het op pad gaan met ongeteste spullen zijn aanzienlijk. Leer je uitrusting daarom eerst goed kennen voordat je in een situatie terechtkomt waarin je afhankelijk bent van die uitrusting. Dit lijkt een no-brainer, maar toch overkomt het veel mensen.
7. Het vergeten van back-ups
Het is belangrijk om genoeg back-up materiaal mee te nemen voor onverwachte situaties. Als je maar één doos lucifers meeneemt en ze worden nat, dan ben je in voor een koude nacht. Daarom is het een aanrader om drie verschillende ontstekingsbronnen op verschillende plaatsen te dragen. Je zou een Firesteel aan je sleutelhanger kunnen hangen, een aansteker in je broekzak en wat lucifers in je rugzak. Hopelijk raak je niet je sleutels, je rugzak en je broek kwijt, want dan heb je tenminste één manier om een vuurtje te maken op een “pech”-dag. Zo kunnen we niet altijd verwachten dat we droge brandstoffen kunnen vinden in de natuur. Het is dus verstandig om ook extra brandstoffen mee te nemen, zoals WetFire blokjes of katoenen ballen verzadigd met vaseline. Deze kunnen jouw redder in nood zijn bij natte, winderige of andere moeilijke omstandigheden.
8. Eigenwijze mensen die vuur maken
Er zijn veel eigenwijze mensen die hun strategie niet aan willen passen. Ze gooien lucifer na lucifer in een slecht opgebouwde vuurstapel, tot de doos leeg is. Ze geven niet op, maar ze krijgen ook geen vuur. Op deze manier zal je weinig vooruitgang boeken. De meer ervaren vuurstoker pakt dit vaak op een andere manier aan. Ze proberen andere tactieken, veranderen de vorm van het vuur, voegen andere brandstoffen toe, steken het op een andere plek aan. Ze blijven het proberen, dit heeft een grotere kans op slagen. Wees dus geen koppig persoon, maar wees een doorzetter, die weigert op te geven en elke truc uit het boekje uitprobeert om zijn doel te bereiken.
9. De verkeerde locatie voor het maken van vuur
Voordat je die eerste vonk van je Firesteel schaaft of je lucifer aansteekt, moet je eerst zeker weten dat de omgeving veilig is voor een vuurtje. Elke zomer ontstaan er tal van bosbranden die grote oppervlaktes verwoesten, sommige hiervan worden veroorzaakt door menselijke nalatigheid. Er hoeft maar weinig te gebeuren, een beetje wind en een vonk kan genoeg zijn om binnen no-time een droog dennenbos in brand te zetten. Als je twijfelt over de veiligheid van de locatie waarop jij je vuur wil stoken, zoek dan een veiligere plaats. Ga in het wild nooit onnodig vuur stoken, doe het alleen als je het echt nodig hebt. Daarnaast is het altijd belangrijk om het vuur onder controle te houden. Laat je vuur dus nooit zo groot worden dat je het niet meer kan blussen. En zorg er altijd voor dat het vuur helemaal uit is voordat je het kamp verlaat.
10. Blijven hangen in gewoontes
Wij mensen blijven graag in onze gewoontes hangen, maar wat gebeurt er als je geen toegang hebt tot die vertrouwde dingen? Als je alleen weet hoe je vuur moet aansteken met vaseline ballen, dan zit je in de problemen als de pot leeg is. Nu hoef je het wiel niet opnieuw uit te vinden. Sommige dingen zijn goed zoals ze zijn, maar laat dat je er niet van weerhouden om iets nieuws te proberen. Er zijn enorm veel manieren, gereedschappen en brandstoffen om vuur mee aan te krijgen. Het is gunstig als je hier enigszins kennis van hebt. Wist je dat veel vettige chips-soorten erg brandbaar zijn? Cheetos, Doritos, Fritos – als het eindigt in de klank “itos,” zal het branden als een fakkel. Vette papieren servetten, vettige katoenen stof en droog pluis zullen ook branden als een kampioen. Natuurlijk zijn er ook een aantal dingen waarmee je beter niet kan experimenteren: brandbare vloeistoffen en giftige wijnstokken kan je beter laten liggen.
